“De filosofie en de geest achter het traject is groter dan de sport. Als arts wordt je opgeleid om patiënten te behandelen en ga je vooral curatief te werk”, aldus Dr Trihn. “Als er een probleem is, bijvoorbeeld borstkanker, dan zijn er therapeutische opties: een chirurgische ingreep, een of meer geneesmiddelenbehandelingen, eventueel chemotherapie, dat is de focus van een arts.”
“Maar voor andere aspecten als preventie, psychologische steun en hulp op lange termijn is veel minder aandacht tijdens de artsenopleiding en in de praktijk. Met de trajecten willen we wijzen op het feit dat bewegen belangrijk is voor de gezondheid van kankerpatiënten en op het belang van gezonde voeding. Op een consult van vijftien minuten heb je ook geen tijd om een patiënt duidelijk te maken wat de voordelen van lichaamsbeweging of sport en een gezonde levensstijl zijn. Daarvoor heb je veel meer tijd nodig. Dat is de gedachte achter het project dat ik zo belangrijk vond.
Daarom zetten we binnen het UZA extra in op beweging bij onze patiënten. We richten ons op beweegtrajecten die opgericht zijn voor patiënten die reeds de revalidatie binnen het ziekenhuis en ziektetraject gevolgd hebben. Deze trajecten zorgen voor een transitie tussen de revalidatie in het ziekenhuis en de begeleiding in een thuissituatie. Naast de fysieke voordelen, heeft zo’n beweegtraject en het bewegen ook een positieve impact op de mentale weerbaarheid: actieve patiënten blijken minder last te hebben van angsten en depressieve gevoelens en herwinnen sneller hun zelfvertrouwen.”
Per (on)geluk professor
Dr. Trinh Xuan Bich was twee jaar oud toen hij als ‘bootvluchteling’ van Vietnam in België belandde. “Ik was te jong om het mij te kunnen herinneren, maar ik zal nooit te oud zijn om het te vergeten”, zo zegt hij in 2019 op zijn Facebookpagina.
“Thuis werd weinig over Vietnam gesproken. Het was een pijnlijk onderwerp, omdat mijn moeder veel familie verloren heeft. Ook zij zijn destijds in een bootje gestapt, maar nooit teruggevonden. Mijn vader heeft wel nog familie in Vietnam. Dat maakte de gesprekken moeilijk. Met medestudenten of collega’s had ik het er zelden over. Ik voelde schroom, terwijl mijn atypisch parcours mij nu eerder fuer maakt”, zo zei Dr Trihn in een interview met Het Nieuwsblad.
“Mijn kernboodschap is dat iedereen iets kan bereiken in het leven, als je de kansen wil zien en grijpen”. Daarom vertelt de professor zijn levensverhaal aan duizenden leerlingen in het secundair onderwijs met als titel ‘Per (on) geluk professor’.
“In het zesde middelbaar kreeg ik van het PMS (het huidige CLB) het advies om hogeschool te doen, maar ik wilde absoluut dokter worden. Ik ging werken om mijn studies te kunnen betalen en ik werd gynaecoloog. Toen werd ik geconfronteerd met het feit dat de grote meerderheid van mijn patiënten, meer dan 95%, gezond was en een gezond kind op de wereld bracht, maar als het fout liep met de moeder en of het kind, dan had ik het daar ontzettend moeilijk mee. Ik ging oncologie studeren omdat ik als arts meer wilde betekenen. In de oncologie ga je om met mensen die soms heel ziek zijn en dat geeft mij het gevoel dat ik als arts meer kan doen.”