Stef was -is- een boezemvriend van Peter die begin dit jaar overleed aan de gevolgen van kanker. Ze kenden elkaar 22 jaar.  Ze waren er altijd voor elkaar en Stef was er altijd voor Peter, tot aan het einde.

“Ik leerde Peter kennen via een datingapp! We spraken af om koffie te gaan drinken, daarna spraken we regelmatig af en hielden we nauw contact, maar het was al heel snel duidelijk dat we ons meteen in de ‘friendzone’ en niet in de ‘relationship zone’ bevonden. Anderhalf jaar lang aten we zowat elke avond samen, dat begon telkens met een aperitiefje om 18 uur en dan bespraken we ieders werkdag en kookten we, soms hij soms ik. We keken naar het nieuws, aten en dronken en ruimden samen op. We zagen elkaar ook tijdens de weekends. Zo ontstond een heel hechte vriendschap. Daarnaast sms’ten we heel veel en ontwikkelden we zo zelfs een eigen taaltje, een mengeling van Nederlands, Brussels en Limburgs, dikwijls fonetisch geschreven, met eigen inside jokes, eigen afkortingen of verwijzingen. Wat was dat fun!

We gingen ook veel op vakantie, al dan niet met elkaars vriendenkring. Dat kon een weekend in Lyon zijn of een midweek in Center Parks in Lommel. En iedere vrijdag gingen we op restaurant, meestal met vrienden. En al net zo makkelijk leerden we elkaars ouders kennen.

photo-1-amitie

 

Peter had heel lang een baan die hij supergraag deed, tot hij op een dag plots en heel onverwacht ontslagen werd. “Uw profiel past niet meer binnen de organisatie”, zo kreeg hij te horen, zonder tekst en uitleg. Dat ontslag kwam hij nooit te boven, het voelde als een aanslag op zijn integriteit. In combinatie met sluimerende moeilijkheden in zijn jeugd maakte dat ontslag dat het niet goed ging met Peter en hij ging in ziekteverlof. Voor een lange tijd, zo bleek later… Hij deed wel vrijwilligerswerk in een cultureel centrum in Brussel, ‘om zich toch wat nuttig te voelen’.

Na een hele tijd bleek dat het niet goed ging met de moeder van Peter. Ze werd op de leeftijd van 89 jaar op korte termijn helemaal dement. Voor zijn vader, 93 jaar, was de zorg voor zijn vrouw heel zwaar. Peter ging hoe langer hoe meer naar zijn ouders om te gaan helpen. “Ik zet mijn jeugdfrustraties opzij, ik ga mijn ouders helpen”, zo zei hij. Tot zijn grote vreugde voelde hij zich goed in die rol. Hij voelde zich nuttiger dan ooit en het bracht de hele familie dichter bij elkaar.

In juni 2021 verbleef Peter bij zijn ouders en voelde hij zich niet goed. De thuisverpleegkundige die voor zijn moeder langskwam vond dat Peter er helemaal niet goed uitzag. Ze nam zijn bloeddruk en zei dat Peter meteen beter naar spoed moest gaan. Daar bleek al snel dat hij een hartinfarct had. Hij werd behandeld en er werden meer onderzoeken gedaan, waaronder een RX van de longen. Er was een ‘plekje’ op de longen te zien, aldus de dokter en dat plekje bleek een paar dagen later kanker te zijn. Peter belde mij vanop zijn bed in de dienst Cardiologie en zei dat hij niet alleen een hartaanval had, maar ook longkanker. “Ik ga nog niet onmiddellijk dood hoor, maar we gaan toch nog een paar mooie reizen maken en nog wat van de dingen genieten”, zo besloot hij het gesprek.
Ik nam meteen de wagen naar de kliniek in Hasselt waar hij was opgenomen, nog geschokt van dit nieuws. Toen ik aankwam in het ziekenhuis stond Peter buiten te roken, het was heel mooi weer, en deed hij alsof er niets aan de hand was. We gingen samen op een bank zitten en zijn wenend in elkaars armen gevallen. Toen ik terug naar Brussel reed moest ik echt een paar keer stoppen onderweg om te huilen. Ik dacht, nee, nee, nee ik ben helemaal niet klaar om mijn maatje te verliezen. Dat was mijn eerste reactie. Ik ben in het algemeen iemand die de dingen positief ziet, Peter ook trouwens, en ik dacht we zullen even de resultaten van de onderzoeken afwachten. Een paar dagen later werd Peter ontslagen uit het ziekenhuis met doorverwijzingsbrieven voor verdere onderzoeken en behandeling. Thuisgekomen voelde hij zich snel minder en minder goed.

photo-2-amitie


Inmiddels ging het met zijn moeder sterk bergaf. Ze overleed in september. Peter was samen met zijn vader en zus de perfecte gastheer op de ‘koffietafel’, hij ging van tafel naar tafel en sprak met iedereen. “Goed hé, dat ik niet aan iedereen gezegd heb dat we elkaar zouden terugzien op mijn eigen begrafenis!”, zo zei hij op de terugweg in de auto. Dat was écht typisch Peter.

Hij dacht dat hij nog een tijd geholpen zou kunnen worden alvorens echt ziek te worden zodat we nog wat konden reizen. Maar opeens ging het allemaal heel snel. De kanker bleek uitgezaaid te zijn en de nodige pijnbehandeling werd opgestart. Hij begreep dat hij er niet lang meer zou zijn, maar nam snel vrede met wat hem overkwam en wat hem te wachten stond. Hij bereidde zelfs zijn eigen afscheidsceremonie voor, tot in alle details, en hij streek nog alle plooien plat die nog gladgestreken moesten worden. Hij is tevreden gestorven op palliatieve zorg, waar hij minder dan 24 uur verbleef. De laatste contacten waren mooi, maar intriest. Onze laatste uitstap, twee maanden eerder, was er één naar Le Lac de Genval. Mét de rolstoel, maar het was wel volop genieten in deze prachtige omgeving, Peter wist over elke mooie plek wel iets interessants te vertellen, belezen man die hij was!

photo-3-amitie


Vaarwel zeggen aan mijn lieve soulmate was het moeilijkste dat ik ooit deed. Ik bedankte hem nog voor al die mooie jaren samen goed wetende dat hij me waarschijnlijk niet meer hoorde.

Ik mis Peter verschrikkelijk! Onze avondtelefoontjes, de berichten die we elkaar stuurden op ieder moment van de dag wanneer we iets grappigs of interessants gelezen of gehoord hadden, onze koffietjes in de stad, het shoppen samen, … ik mis het allemaal. We waren er altijd voor elkaar, voor verhuizen én voor feestjes, van communiefeesten tot koffietafels, échte soulmates dus. We deden alles voor elkaar, uit diepe vriendschap en liefde voor elkaar, zoals alleen échte vrienden doen. Alles!

We waren Z&Z voor elkaar, zacht en zorgzaam.”

“Dank je, lieve Peter!”

Stef

 

 

Curated Tags

Onze publicaties